logo Pipo de Musical

dag vogels, dag bloemen, dag kinderen 


Sapperdeflappen


"Pipo, zijn alle ballonnen nu op ?"vraagt Mammaloe.
Pipo knikt. Hij kan niet meer praten want al zijn adem zit al in de ballonnen.
Hij heeft er 54 opgeblazen, en dat is zelfs voor een clown met extra blaaskracht in zijn wangen wel héél erg veel.
"En de slingers, zijn die ook op ?"vraagt Mammaloe.
Pipo knikt weer: zijn armen staan nog steeds omhoog en zijn handen in de lucht: hij kan ze niet meer naar beneden krijgen nadat hij er 15 slingers mee heeft opgehangen.
Maar de woonwagen is nu dan ook prachtig versierd: er hangen zoveel slingers en ballonnen dat je niets anders meer kan zien : de tafel, de stoelen, de kast met de kopjes en de lamp: alles is bedolven en bedekt.
Je kan zelfs niet meer uit de raampjes kijken. En waar de voordeur is: dat wordt ook nog zoeken !
"We hebben toch niet overdreven, Pipo ?" vraagt Mammaloe een beetje bezorgd.
Ze houdt er niet van om dingen anders te doen dan andere mensen. Maar morgen is Petra jarig, ze wordt 6 jaar en dat moet gevierd worden !
Als je de dochter bent van een clown, dan kan je heel wat ballonnen verwachten op je verjaardag. En natuurlijk mag Petra wat vriendjes en vriendinnetjes uitnodigen.
Alleen is er in de woonwagen niet zo heel veel plaats. En nu helemaal niet meer.
Pipo en Mammaloe kunnen er zelf nog maar net bij.
Ze zouden natuurlijk het feestje buiten kunnen vieren, in de achtertuin. Die is namelijk heel groot: Zo groot als de hele wereld. Want de Pipowagen is haltijd op reis, van het ene dorpje naar het andere, langs lange landwegen en kromme kronkelwegen van Klodderveen naar Schudderdeel, of zoals nu, de Noordpool.
Het dorpje heet eigenlijk Noordpeel, maar omdat er heel veel sneeuw ligt heeft Pipo het Noordpool genoemd. De Pipowagen staat er een paar kilometer buiten, op een weilandje dat ze mochten gebruiken als Clown-camping, van een aardige boer.Dat was een paar dagen geleden. Maar intussen is het gaan sneeuwen.

Het enige dat je nu nog kan zien buiten zijn witte velden, witte straten en witte boerderijtjes. Alleen de kerktoren in de verte is nog een beetje rood. Alles wat er kleur heeft, zoals het gras en de slootjes en de heggetjes is allemaal bedekt door een dikke laag sneeuw. De koeien en schapen die s'zomers op het groene land staan, die staan nu lekker warm in hun stal. En de mensen die je in de zomer "Moi!" en "Hoi!" toeroepen terwijl ze voorbij fietsen, die zitten nu lekker binnen bij de kachel. Er is niets of niemand meer te zien buiten. En Petra, die morgen jarig is, die is vandaag niet naar school geweest omdat de weg weg was. "Zet je fiets maar weer terug, Petra !" had Mammaloe gezegd, "en vraag je vader waar hij de weg gelaten heeft!" "Sapperdefláp !"zei Pipo toen hij de woonwagen uitkwam, "Mammaloe heeft gelijk: de weg is weg! Hij zit onder het ijs en hij houdt niet meer op als hij weiland wordt. Het is veels te gevaarlijk om erover te fietsen: straks peddel je nog de sloot in !" En daarom heeft Petra een dagje ijs-vrij gekregen. Maar morgen is ze jarig en dat moet tóch gevierd worden ! Vandaar de slingers en de ballonnen.

'En de taart,"zegt Pipo.
Nu is het Mammaloe's beurt om naar lucht te happen.
"O jee !"zegt ze, en baant zich een weg door de ballonnen naar haar keukenkast.
"Daar was ik al bang voor,"hoort Pipo haar zuchten. En :"waarom denk ik daar ook nú pas aan?"
"Is er iets, Mammaloe?"vraagt Pipo.
"Het meel is op !"roept Mammaloe verdrietig,"nou kan ik geen taart bakken! En er zijn ook geen eieren meer, en geen suiker !"
"Maar wel boter ? "vraagt Pipo.
Mammaloe houdt een pakje boter in de lucht. "En wat wou je hiermee doen? Zes kaarsjes erin steken en dan lekker opeten?"
Nee, dat lijkt Pipo geen goed idee.
"Ik ga wel even boodschappen doen,"zegt hij.
"Echt waar?"vraagt Mammaloe.
Samen duwen ze wat ballonnen uit de weg en kijken uit het raam.
'Asjemenou, het is wél mooi, die Noordpool,"zucht Pipo.
"Maar helaas totaal onbegaanbaar, "zucht Mammaloe,"tenzij je een sleetje hebt, of ski's..."
"Of flapschoenen,"vult Pipo aan. En hij steekt zijn linkervoet in de lucht.
"Mammaloe, geef me maar een boodschappentas en een dikke muts. Ons kind wordt morgen zes jaar en dan is er taart !"
En een paar minuten later stapt Pipo het trapje van de woonwagen af, op weg naar de winkel in de Noordpool.
Hij is vol goede moed, maar na twee stappen is hij ook vol koude lucht. Het vriest en het sneeuwt en elke keer als hij zijn grote rode mond opendoet om adem te halen, wordt zijn tong een ijsbaan.
Aan zijn neus groeit al gauw ijspegel, en zijn zwarte bolhoed wordt een grote sneeuwbal.
Klappertandend baant hij zich een weg in de richting van de kerktoren. Bij elke stap zakken zijn flapschoenen een stukje dieper in de sneeuw.
"Apedosie, kan de kachel niet wat hoger?" moppert hij. Maar dan steekt er juist een ijzige wind op, die dwars door zijn ruitjesjas heenblaast."Het tocht hier !"roept Pipo. Maar zijn stem wordt meegenomen door de fluitende wind. Het is duidelijk dat de weg naar de Noordpool vandaag érg lang is. Tot overmaat van de ramp wordt het ook nog eens donker. Dat heb je aan het eind van de dag wel meer.
En omdat het winter is, gaat het licht nog eerder uit dan anders.
Pipo is inmiddels in een bos terecht gekomen. Het is een wandelbos en het bestaat uit lange, hoge, dunne bomen, die allemaal op elkaar lijken. Je kent het vast ook wel: soms zie je het langs de snelweg staan, maar soms ineens in een weiland. Het heet niet voor niets een wandelbos: het is dan hier, dan daar.
Vandaag is het toevallig op Pipo's weg gekomen en dat komt mooi uit, want het biedt beschutting tegen de wind.
Het eerste dat Pipo ervan merkt is, als hij met zijn bevoren neus tegen een boomstam oploopt.
"Pardon !" roept hij,"ik zag u niet met al die sneeuw in mijn ogen!"
Maar als hij zijn ogen schoon gepoetst heeft, ziet hij dat hij tegen een boom staat te praten.
"Nog een keer pardon!"roept hij,"met een boom valt niet te praten, dat weet zelfs een kouwe clown ! Naar een boom moet je luisteren , natuurlijk!" Jawel, dat is zo.
Een boom - en zeker een heel wandelbos zoals dit, dat kan je héél veel vertellen, en dat kan heel leerzaam zijn.
Met al die sneeuw op de dunne takken is het nóg stiller dan anders. De wind komt er niet in, maar Pipo wél. Als hij met zijn grote flapschoenen voorzichtig verder stapt, knisperen er honderden takjes onder zijn zolen. Er loopt een heel smal konijnenpaadje door het bos, en dat moet je volgen, want anders raak je in de knoop met de prikstruiken.
Ga je ook maar één stapje van het pad dan 'Prrrik!"steekt er een doorn dwars door je broek heen ! Dus luister: blijf altijd op het goede spoor !
Daar stapt Pipo, met heel veel bochten en kronkels, net zoals de konijnen dat hebben gedaan. "Wij zijn een konijntje, waar gaan we heen?"zingt hij zachtjes,"wandelbos,wandelbos, zeg 's waar we zeen." Dat laatste is een Noordpool's woord voor 'zijn ".
Nou, het wandelbos laat Pipo zien waar ze zijn hoor! Het konijnenpaadje maakt een scherpe bocht en tussen de bomen door ziet Pipo dat de kerktoren van het dorp nog héél ver weg is, helemaal aan de andere kant van een groot wit weiland. Daar is geen doorkomen aan !
"Sápperdeflap, wat moet ik nu doen, om voor Petra's taart te zorgen?" vraagt Pipo.
Een koude windvlaag, die er hier aan de buitenkant van het bos weer bij kan, giert langs het topje van Pipo's neus. Het is zó koud, dat Pipo snel een stapje achteruit doet, veilig tussen de bomen. "Nee nee, dié kant gaan we niet op. Nou, wandelbos, waarheen gaan we dan wél ?"
Er is maar 1 keuze, want een kruispunt is er niet. Vooruit, verder over het kronkelige paadje !
"Wandelbos, wandelbos, waar gaan we heen, als je paadje ophoudt, waar zullen we dan zeen?" zingt Pipo.
En na tien bochten en dertien kronkels weet hij het: hier houdt het bos op en gaat het konijnenspoor de grond in. En dát kan Pipo niet: het holletje is te klein voor zijn bolhoed ! Maar als hij opkijkt ziet hij dat het wandelbos hem wél ergens gebracht heeft: aan de achterkant van een hele grote oranje supermarkt.
Kijk, da's nou nog eens aardig van het wandelbos om hierheen te leiden !
Want hier verkopen ze vast en zeker alles wat Mammaloe maar nodig heeft voor een verjaarstaart !
Op zijn flapschoenen springt Pipo als een reusachtig konijn het bos uit, over de besneeuwde parkeerplaats. Bíjna vliegt hij uit de bocht voor hij de winkel in buitelt.
"Sápperdeflap!"roept hij buiten adem.
"Naast de brood en boter-afdeling,"zegt de cassiëre, die daar achter de kassa zit.
En ze wijst naar de schappen.
"Echt waar ?"vraagt Pipo verbaasd. Hij vind het wel héél erg knap van dat winkelmeisje, dat ze kan raden waar hij voor komt zonder dat hij het gevraagd heeft.
"Jawel hoor,"zegt ze opgewekt, "kijkt u maar zelf, ze zeen nog in de aanbieding ook !"
Geweldig ! Wat een geluk !
"Apedosie !Dit is een héél bijzondere winkel,"zegt Pipo tegen zichzelf,"ze weten wat je hebben wil, ook al heb je nog niets gevraagd, én het is nog goedkoop ook !"
Hij pakt een winkelwagentje en loopt naar de brood en boter-afdeling en hij kijkt en kijkt en kijkt....maar het enige dat daar staat opgestapeld als de toren van Pisa, dat zijn pakjes met appelflappen !
"Sápperdeflap !"zegt Pipo, terwijl hij zich op zijn bolhoed krabt.
""Vandaag tien voor de prijs van twee ! Pak uw voordeel !"zegt meneer Winkelman, die bezig is om nóg meer appelflap-pakjes op te stapelen.
"Maar dit is toch geen táárt ?"zegt Pipo. hij trekt een pakje naar zich toe om het eens van dichtbij te bekijken.
Dat had hij beter niet kunnen doen.
Want de toren van appelflappen wankelt naar links...en naar rechts...en ja hoor: KNOTSKNALROMMELDEBOMMELDEBOM ! Daar vallen ze allemaal over Pipo heen !
"Sápperdeflap !"hoor je hem zeggen. Maar hij is niet meer te zien: hij is bedolven onder de appelflappen.
De meneer Winkelman moet hem eruit graven, beginnend bij zijn bolhoed, dan zijn ruitjesjas en tenslotte zijn flapschoenen. 'Zo clown,"zegt de winkelmeneer,"en nou voorzichtig zijn en rustig aan hoor !"
'Jawel hoor, "zegt Pipo beleefd.
"En je hebt nu twintig pakken appelflappen in je wagentje, was dat de bedoeling ?"
"Jawel hoor !"zegt Pipo weer beleefd.
"Nou, kalm aan dan maar he !"
"Nou en of!"zegt Pipo, nóg beleefder, en hij loopt zo netjes mogelijk weg met zijn winkelwagentje voor zich uit.
"En Clown !"roept meneer winkelman hem nog na, "altijd vóór je uit blijven kijken he !"
"Jawel hoor!"roept Pipo terug, terwijl hij omkijkt naar de meneer.
KNOTSKNALROMMELDEBOMMELDEBOM !
Een enorme stapel slagroompakjes valt over Pipo heen. Hij heeft zijn wagentje in de slagroom-aanbieding gereden en ..ja hoor, een paar zijn er stuk.
Pipo's flapschoenen staan in een witte plas en de druppels room hangen aan zijn rode neus.
"Hola, wat was dat voor een klap?"hoort hij de meneer van daarnet vragen.
"De slagroom werd geklopt !"roept Pipo, "Ik zal het wel even opruimen !" En hij wil naar de kassa rennen.
Maar helaas, als je slagroom onder je flapschoenen hebt dan ben je net een sleetje !
Pipo glijdt uit en grijpt zich vast aan het wagentje om niet te vallen. Maar het wagentje blijft niet staan, want de wieltjes die allevier een andere kant op willen, gaan draaien en racen met grote snelheid rakelings door de winkel zodat Pipo, ja hoor : KNOTSKNALROMMELDEBOMMELDEBOM ! tegen een berg met chocoladerepen botst en PATSKNALROMMELDEBOMMELDEBOM ! als een balletje tegen de bami en nasi-artikelen botst.
Wat een troep ! Overal liggen pakjes, zakjes, blikjes en reepjes, slagroom en appelflappen.
Als meneer Winkelman de hoek om komt ziet hij nog net het wagentje met Pipo erin in de richting van de kassa rijden.

"Spaart u ook zegels, bonuspunten, plakplaatjes of dukaten voor onze Winteraktie ?" vraagt de cassiere.
"Nee dank u,"zegt Pipo, "ik heb al genoeg aktie gehad. "
Hij betaald alles wat hij in zijn wagentje heeft en dan stapt hij met zijn volle boodschappentas weer naar buiten, de sneeuw in.
Als hij eindelijk terugkeert bij de Pipo-wagen is het heel wat minuutjes later, en heel wat minuutjes kouder.
Pipo's neus is zo rood als een gloeilamp en de rest is zo wit dat hij wel een sneeuwpop lijkt, maar toch herkent Mammaloe hem direct als hij binnenkomt. Ze kijkt naar zijn flapschoenen, waar de klonten sneeuw vanaf spetteren, net als de dikke modder uit het wandelbos, op haar schone vloer. Maar ze zegt daar niets van.
"Pipo!"roept ze,"Is het je gelukt allemaal?"
"Jawel Mammaloe,"ik heb de boodschappen !" Pipo keert de inhoud van zijn tas om op tafel.
Dit is wat er ligt :
Tien appelflappen, een pot jam, twee repen hazelnoot chocola, 1 halve liter slagroom, 1 zakje koks-rasp.

En dit is wat Mammaloe ervan maakte :

SAPPERDEFLAPPEN ( MODDER-IN-DE-SNEEUW-TAART )

Neem een grote springvorm en vet die in met wat boter.
Snij vijf appelflappen in stukjes en bedek er de bodem van de vorm mee.
Smeer er een laag jam overheen.
Snij nóg vijf appelflappen in stukjes en leg die op de laag jam.
Klop de slagroom stijf en verdeel die over de laag appelflappen.
Je kan de slagroom gladstrijken met de bolle kant van een lepel, die je eerst even onder de warmwater kraan hebt gehouden.
Strooi er kokos-rasp overheen.
Smelt twee hazelnoot-chocolade repen in een pannetje en roer er een flinke scheut room door.
Als het vloeibaar is, klodder de chocola dan over de kokoslaag.
In de ijskast zetten en een uurtje op laten stijven.

Daarna uit de vorm halen, in punten snijden, opeten.
Jipsekeejoepie wat lekker !